Hoe nauwkeurig is deze waarde?
Je maximale zuurstofopname (VO2max) zegt iets over je fitheid en is tevens een maat voor je prestatievermogen. Doorgaans wordt je VO2max gemeten tijdens een inspanningstest met oplopende belasting bij een sportmedisch centrum met behulp van ademgasanalyse. Bij MovLab kun je een vergelijkbare test doen met de VO2Master. Maar waarom zou je zo’n test doen, als de hedendaagse wearables zoals sporthorloges (eventueel in combinatie met een hartslagband) je VO2max ook voor jou kunnen schatten? De vraag is echter hoe nauwkeurig deze schatting is.
Er zijn verschillende manieren waarop de VO2max met wearables geschat kan worden. De exacte manier waarop dit gedaan wordt verschilt per fabrikant. De algoritmes die worden gebruikt houden de fabrikanten echter geheim.
Sommige wearables (zoals Polar) gebruiken de rusthartslag en de hartslagvariabiliteit om de de VO2max te schatten. Bij andere modellen moet er eerst minimaal 10 minuten worden gesport met GPS (Fitbit), terwijl bij Garmin naast GPS ook de hartslagdata tijdens inspanning gebruikt worden om de VO2max te voorspellen.
Dat hartslagdata worden gebruikt om VO2max te voorspellen is niet zo raar, omdat er doorgaans een sterke lineaire relatie wordt gezien tussen de hartslag en de zuurstofopname bij submaximale inspanning.
Als we alle onderzoeken over de nauwkeurigheid van wearables op een rijtje zetten, blijken wearables op groepsniveau een redelijk nauwkeurige schatting van de VO2max te geven. Vooral wanneer deze is gebaseerd op tijdens inspanning gemeten waarden. De spreiding in de afwijking van de geschatte VO2max op individueel niveau is echter relatief groot. Als het sporthorloge van een recreatieve hardloper na het uitvoeren van een hardlooptraining aangeeft dat zijn VO2max 50 ml/kg/min is, is het goed mogelijk dat de daadwerkelijke VO2max 40 of 60 ml/kg/min is. Dit roept de vraag op hoe bruikbaar deze geschatte VO2max eigenlijk is.
We weten dat een toename van de VO2max met 1,8 tot 3,5 ml/kg/min samengaat met een lager risico op overlijden en een kleinere kans op diverse gezondheidsaandoeningen. Ook neemt de duurprestatie toe bij een vergelijkbare verbetering van de VO2max. Wearables hebben op individueel niveau doorgaans een grotere foutmarge dan 3,5 ml/kg/min en kunnen deze relevante veranderingen dus niet altijd waarnemen. Hierdoor zou de sporter onterecht kunnen concluderen dat een trainingsprogramma wel/niet effectief is geweest.
Kortom, gemiddeld genomen lijken wearables de VO2max wel redelijk te goed te schatten, maar voor de individuele sporter kan de afwijking groot zijn. Hierdoor is de toepasbaarheid in de praktijk beperkt. Beter kun je daarom je VO2max laten meten aan de hand van de hoeveelheid in- en uitgeademde zuurstof tijdens inspanning. Je krijgt dan een persoonlijke VO2max waarde die een stuk nauwkeuriger is.
Bij MovLab kun je een afspraak maken om je VO2max te bepalen.
Bron: Van Hooren, B et al. (2022) VO2max schatten met wearables: Hoe nauwkeurig en hoe zinvol? Sportgericht 76 (1), 46-48.